wb770_aad

Aad van den Heuvel tv-presentator schrijver

wb770 Aad

bron: Nautique nr 5, september/oktober
Het is een plaag, vooral hier op de Vecht. Ik woon er nu 23 jaar en vooral de laatste tijd heb ik ze zien vermenigvuldigen als konijnen. Wat is het druk. En helaas kennen ze vaak de regels niet. Hoe duurder de sloep, hoe harder ze gaan. Ik heb al heel lang een sloep. Mijn eerste was een klein houten sloepje ui 1935. Maar dat was er echt een voor de liefhebber: als je de achterkant had gerenoveerd, stortte de voorkant weer in en omgekeerd. Toen heb ik een polyester sloep genomen. Die heb ik een paar maanden gelden ingeruild voor een werkboor van ONJ uit Woudsend. Het is een bijzondere sloep, grijs polyester, met een kajuitje. Bovendien is ie vrij comfortabel. Er zitten banken in en ik zal je nog een heel treurig verhaal vertellen: er zit ook een ijskastje in. Dat had de bouwer er per ongeluk in geplaatst. Eruit halen was duurder, dus heb ik het maar laten zitten. En ik moet eerlijk zeggen, het is toch wel prettig. In Nederland is het bij fatsoenlijke mensen goed gebruik om voor het eten iets te drinken. Dat doen mijn vrouw en ik nu op het water. De sloep heet Sabre, net als ons woonschip, ooit gebouwd door Harry Bannink. Sabre is de naam van een vrucht die er heel vies uitziet, maar heerlijk smaakt. Misschien was dat de associatie: een woonschip ziet er niet zo geweldig uit, maar is van binnen heel comfortabel. Na mijn eerste sloepje heb ik gezworen nooit meer een houten schip te nemen, vanwege het onderhoud. Ik ben structureel onhandig en heb er bovendien geen tijd voor. De boot die ik nu heb, kost denk ik rond een ton. Daar kun je een buitengewoon aardige auto van kopen. Maar anders dan bij een auto gooi je met de aanschaf van een boot geen geld in het water. Een schip behoudt zijn waarde en wordt soms meer waard naarmate je het langer hebt. Daar gooi ik het altijd op als ik me schuldig voel, omdat ik er veel te veel geld aan heb besteed.